Hotel Paradiso

Wat speelt er zich af achter de schermen van dit “shabby” hotel, dat duidelijk zijn grandeur van weleer verloren is. En vooral, wie wil daar nog wonen. Kom het ontdekken en laat je verrassen. Maar let op, we kunnen niet garanderen dat je geen ander mens bent wanneer je na deze toch wel speciale ontmoeting weer buiten komt

In Hotel Paradisio zijn er verschillende kamers, met daarin steeds een individu met vluchtverleden. Gedurende vier minuten gaat de bezoeker de ontmoeting aangaan in één van deze kamers, waarbij ze aan een smalle tafel gezeten zo weinig mogelijk of zelfs geen enkele afleiding krijgen, en gedwongen worden om elkaar aan te kijken: een woordenloze kennismaking die enerzijds wat ongemakkelijk mag worden, maar anderzijds terugkeert naar de essentie van een ontmoeting: elkaar taxeren, bekijken, glimlachen, zijn geest en zelfs zijn hart openzetten. Na afloop gaat de bezoeker langs bij de receptie van het hotel. Daar krijgt hij/zij bij het uitchecken een boekje in de vorm van een paspoort. In het boekje staan de persoonlijke verhalen van de verschillende vluchtelingen die juist ontmoet werden.

Ontdek het verhaal van :

Adam Bablis

  • Afkomstig uit : Afrin, Syrië
  • Gevlucht in : 2013
  • Woont vandaag in : Antwerpen

‘Ik ben afkomstig van Afrin, ten Noorden van Aleppo. Ik beleefde er een erg moeilijke kindertijd en jeugd. Mijn familie en omgeving accepteerde me niet zoals ik ben. Religieuze dogma’s waren voor hen belangrijker dan mijn persoonlijke gevoelens. Psychologisch kreeg ik het zwaar te verduren, ik voelde me niet thuis.

Door de oorlog vluchte ik op 1 september 2013 naar Turkije. Ik zag het eerst als een tijdelijke oplossing maar bleef uiteindelijk 4 jaar. Ook in Turkije was het leven voor mij niet makkelijk. Ook daar werd mijn persoonlijkheid en mening niet geaccepteerd. Ik kreeg zelfs doodsbedreigingen.

Op 5 mei 2017 registreerde ik me voor het hervestigingsprogramma van de Verenigde Naties. Met succes, ik woon sinds kort in Antwerpen. In België werk ik als radio presentator. Ik hou van kunst, theater en acteren. Van kunst wordt ik echt gelukkig. Me veilig voelen en kunst beleven, meer heb ik niet nodig!’

– Ahmed Yahia

  • Afkomstig uit : Irak
  • Gevlucht in : 2015
  • Hoe : met de boot
  • Gevlucht omdat : familie reeds in België woonde
  • Woont vandaag in : Deurne, Antwerpen

‘Ik kwam naar België voor vele redenen. Zo hou ik van het leven, de vrijheid om het leven te hebben dat je zelf wilt. Aangezien je maar één leven hebt en één kans om er iets mooi van te maken heb ik die gegrepen. Ik en naar België gekomen om in vrede te kunnen leven’

– Bakri

  • Afkomstig uit : Aleppo, Syrië
  • Woont vandaag in : Antwerpen

‘Ik kom uit Syrië en prijs mezelf gelukkig dat ik in België kan wonen. Het is hier erg gemakkelijk werk te vinden en de mensen zijn erg vriendelijk. Ik woon alleen, maar heb vele sociale contacten aangezien mensen erg open en sociaal zijn. Ik vind België een erg mooi land’

– Faddy Alghorra

  • Afkomstig uit : Gaza Stad, Palestina
  • Gevlucht in : 2014
  • Gevlucht om : in leven te blijven
  • Woont vandaag in : Lebbeke, Oost-Vlaanderen

‘In Gaza had ik een perfect leven. Als bekende filmmaker maakte ik documentaires, voor de televisie, voor de Verenigde Naties en andere organisaties. Ik verdiende goed, had mijn eigen appartement en auto. Maar dat alles is niets waard als je geen zekerheid hebt over hoe morgen er zal uit zien. De situatie in Gaza is er één van onzekerheid, van de één op andere dag kan het terug oorlog zijn. Ik kon mijn kinderen geen zekere toekomst bieden.

Tijdens de laatste drie oorlogen voor mijn vertrek in 2014 heb ik dingen gezien die ieder mens zou traumatiseren. Als filmmaker bracht ik verslag uit van de grootste gruwelijkheden. Ik heb met die beelden moeten leren omgaan, om mezelf te beschermen. Wat ik echter nooit zal vergeten is die geur van de dood, die achtervolgt me sindsdien echt overal.

Toen ik er tijdens de oorlogen op uit trok om reportages te maken spookte het steeds door mijn hoofd of mijn familie wel veilig zou zijn. Zou alles goed zijn als ik van mijn werk terugkeer? Mijn kinderen groeiden op met de oorlog. Verschrikkelijk! Is het normaal dat ze bang moesten zijn voor zelfs de sterren? Ze hadden er schrik van want misschien waren het wel camera’s van het Israëlisch leger. Ze leerden puur op het geluid de verschillende Israëlische rakketten herkennen. Een F-16 die overvloog, een Apache … ze herkenden ze allemaal.

Bij mijn aankomst in België woonde ik in het opvangcentrum van Linkeroever in Antwerpen. Mijn familie was achtergebleven in Gaza, voor bijna 14 maanden heb ik hen moeten missen. Ik telde de dagen af. Mijn procedure om erkend te worden als vluchteling liep. Zolang dat het geval is, wacht je af. Dagen in het opvangcentrum waren monotoom, opstaan, zitten, nietsdoen, het lange wachten. Ik kan niet stilzitten. Daarom, zelf al is het geen verplichting als je procedure nog loopt, volgde ik volop Nederlandse les. Wanneer ik uiteindelijk mijn verblijfsvergunning kreeg en ik te horen kreeg, je moet dit en dat doen, had ik alles reeds gedaan.

Mijn kennis van theateroefeningen hebben me veel geholpen tijdens die periode in Linkeroever. Ik ging naar buiten en reageerde mijn frustratie af door bijvoorbeeld luid te roepen. Ik moest mezelf rechthouden, de moed laten zakken was nooit een optie. Ik had dat recht niet. Het draait immers niet rond mij, ik doe het voor mijn kinderen. Zij moesten absoluut een veilige toekomst krijgen!

Vandaag woon ik met mijn vrouw en kinderen in Lebbeke bij Dendermonde. Soms als ik het moeilijk heb keer ik nog terug naar Linkeroever. Het plaatst alles in perspectief. Ik liet de plek ook zien aan mijn familie, hier was ik toen ik jullie miste.

Ikzelf moest in Gaza veel te snel opgroeien. Werken op het veld, de ene oorlog na de andere. Ik had geen jeugd, nu kan ik die wel aan mijn kinderen geven!’

– Ghizlane

  • Afkomstig uit : Marokko
  • Woont vandaag in : Antwerpen

‘Ik kom uit Marokko. Ik ben blij dat ik naar België kon komen. Het is hier erg makkelijk om werk te vinden. Enige wat ik moeilijk vind is dat ik hier alleen ben, mijn familie woont nog in Marokko. Ondertussen woon ik in België voor 9 jaar en 6 maanden. Ik vind België een erg mooi land.’

– Hassan Raad

  • Afkomstig uit : Irak
  • Gevlucht op zoek naar een goed leven
  • Woont vandaag in : Antwerpen

‘Ik ben acteur. In Irak had ik een carrière en speelde ik in televisieseries, in films en verschillende theaterstukken. Ik werkte niet enkel in Irak maar ook in Syrië en Turkije. Veiligheid is voor mij belangrijk. Ik ontdekte dat er geen complete of volledige veiligheid is.

Ik kwam naar België met de bus, nam het vliegtuig, kwam met de boot over zee en nam de trein. Ik volg nog steeds de situatie in mijn land. Zo ben ik erg ongerust over de laatste verkiezingsresultaten. Het nieuws dat ik hoor via het nieuws en vrienden is niet erg goed. Ik hoop voor mijn land, en voor de wereld, dat vrede mogelijk kan zijn.

– Louai Mohamed Hashem

  • Afkomstig uit : Aleppo, Syrië
  • Gevlucht in : 2012, eerst naar Turkije – in 2015 aangekomen in België
  • Gevlucht door : de oorlog, legerplicht
  • Woont vandaag in : Antwerpen

‘Toen ik 18 jaar oud was, studeerde ik mode ontwerp in de grootstad Aleppo in Syrië. IN 2012 werden mijn studies onderbroken door de oorlog.

Ik werd door de regering opgeroepen om me aan te melden voor mijn legerdienst en me dus aan te sluiten bij het leger. Omdat ik geen ander keuze had, heb ik besloten om te vluchten en mijn land te verlaten.

Pas 4 jaar later kwam ik aan in België. Nu, nog eens vier jaar later zit ik hier, net afgestudeerd als theater-podiumtechnicus.’

– Mohamad Darj

  • Afkomstig uit : Aleppo, Syrië
  • Gevlucht in : 2013, eerst naar Turkije – in 2015 aangekomen in België
  • Gevlucht door : de oorlog
  • Woont vandaag in : Antwerpen

‘Ik was 21 jaar toen de oorlog in Syrië begon. Ik was toen student, studeerde Arabische literatuur aan de universiteit van Aleppo. Voor mij is Aleppo een prachtige stad, het is mijn thuis. Door de oorlog moesten we haar echter verlaten en vluchtten we in 2013 naar Turkije.

In Turkije verbleef ik 2,5 jaar. Ik werkte er. Ik legde geld opzij om te sparen, geld dat ik gebruikte voor mijn tocht naar België. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik hier ben aangekomen. Jullie hebben een erg mooi land, het feit dat jullie drie landstalen hebben is bijzonder!’

– Rasim

  • Afkomstig uit : Turkije
  • Gevlucht in : 2012
  • Gevlucht omdat : ik als Koerd problemen kreeg met de politieke authoriteiten
  • Woont vandaag in : Ganshoren, Brussel

’40 miljoen Koerden wonen in Koerdistan, een gebied dat zich bevindt in Turkije, Iran, Irak en Syrië. In de 21ste eeuw zijn wij de grootste minderheid zonder vrij en onafhankelijk land. In Turkije zijn er vele spanningen met het regime. Als gevolg daarvan leven vele Koerden in diaspora. Ik ben één van hen, een zoon van het Koerdische volk

Ik vertel niet graag over de politieke problemen van een landloos volk. Er zijn zoveel problemen in deze wereld. Maar tot slot van rekening is mijn leven hier in België het resultaat daarvan.

Door de spanningen met het Turkse regime waarin ik verzeild geraakt, had ik op een gegeven moment de keuze. Gevangen genomen worden of vluchten, het werd het tweede.’

– Taha

  • Afkomstig uit : Syrië
  • Gevlucht in : 2018
  • Gevlucht door : de oorlog in Libanon. Later naar België gekomen dankzij een hervestigingsprogramma van de Verenigde Naties
  • Woont vandaag in : Antwerpen

‘Toen de oorlog in 2011 losbarste woonde ik in Syrië. Door voortdurende bombardementen was de stad waar ik leefde een jaar later niet langer veilig voor onze familie.  We verhuisden in 2012 naar een veiligere stad in Syrië. Daar was het eerst relatief rustig. Ik studeerde er ook, bank studies. Iedere dag ging ik naar de hogeschool tot ik afstudeerde. Echter, ondertussen was ook in deze stad de situatie enorm verslechterd. Mijn familie besliste daarom om naar Libanon te vluchten.

Als vluchtelingen in Libanon was het financieel niet gemakkelijk voor mijn familie. Om hen te helpen ging ik werken in een kledingszaak. Ik legde het geld opzij voor mijn familie. Gelukkig kreeg ik ook in Libanon de kans om verder te studeren. Dankzij een studiebeurs studeerde ik gedurende drie jaar bedrijfsadministratie. Nadat ik mijn diploma behaalde, lukte het niet om een job te vinden in Libanon. Er wonen erg veel Syrische vluchtelingen zoals ik en er zijn weinig opportuniteiten.

Het was niet langer mogelijk om een toekomst uit te bouwen in Libanon. Ik deed een aanvraag voor het hervestigingsprogramma van de Verenigde Naties. Met succes, ik kreeg de mogelijkheid om me in België te vestigen. Ik ben heel dankbaar dat ik hier een nieuwe kans krijg.’

– Yousif

  • Afkomstig uit : Mosul, Irak
  • Gevlucht in : 2015, via de boot naar Griekenland
  • Gevlucht omdat : Mosul toen bezet werd door ISIS. Ik wilde mijn studies afmaken en een goed leven leiden
  • Woont vandaag in : Antwerpen

‘Door de oorlog ben ik veel verloren, mijn studies, familie, vrienden … Toen ISIS mijn thuisstad Mosul bezette was het verboden om de stad te verlaten. Als iemand probeerde te ontsnappen stond daar de dooddstraf op. In Mosul blijven of ontsnappen, ik voelde me als dood in beide situaties. Ik had niets meer te verliezen en nam het risico. Via smokkelroutes en de boot kwam ik aan in Europa, in België.’

– Zana Hanafi

  • Afkomstig uit : Kobane, Noord-Syrië
  • Gevlucht in : 2014
  • Gevlucht omdat : Kobane belegerd werd voor IS
  • Woont vandaag in : Betekom, Vlaams-Brabant

‘Ik was nog in pyjama toen we gevlucht zijn. Kobani was sinds 2012 in handen van het Koerdische leger, maar werd belegerd door IS. Er was geen stromend water of elektriciteit. De minaretten van de moskee riepen niet langer op tot gebed, maar hielden ons op de hoogte van wat er gebeurde. Toen ze omriepen dat IS de stad introk, moesten we weg. Als we bleven, zouden we ofwel gedood, ofwel meegenomen worden, zoals de jezidi. Er was zelfs geen tijd om mijn favoriete kleren in te pakken.

In Turkije ontdekte ik wat racisme is, toen ik op een dag met stenen bekogeld werd. Nadat de Turkse regering Koerden begon op te pakken, verkochten mijn ouders hun trouwringen en leenden geld van familie, zodat we naar Noorwegen konden. Na drie dagen in een vrachtwagen botsten we op de Hongaarse grens. We kropen door een gat in een omheining en werden gearresteerd. Het was een schok voor mij. Ik was een braaf meisje, dat alles graag goed wil doen. Ik weet dat we illegaal het land binnenkwamen, maar waren we echt zware criminelen? Duwen en trekken, schelden, controles waarbij al onze kleren uit moesten, het was verschrikkelijk. We kwamen eerst in een gesloten en later in een open kamp terecht, mochten geen contact opnemen met onze familie en kregen geen rechtshulp. Deuren zonder slot, dronken bewakingsagenten, het was niet veilig. Toen ik op een dag werd aangerand door een Afghaan kon ik ontsnappen, maar hij gooide uit frustratie met zijn blote handen alle ramen van ons verblijf in. Hij werd bloedend afgevoerd, maar we wisten dat hij terug zou komen. Mijn vader wilde zo snel mogelijk weg, dus toen dat mocht, namen we de trein naar Oostenrijk en vandaar een vlucht naar Noorwegen, waar we asiel aanvroegen.

Grimmige sfeer

Op een ochtend werd er om 5 uur hard op de deur geklopt. Twaalf politieagenten drongen ons huis binnen. Na zes maanden in een Noors kamp was onze asielaanvraag afgewezen. Ik protesteerde en kreeg handboeien om. We werden terug naar Hongarije gestuurd, ik alweer nog in mijn pyjama. Ik huilde heel de vlucht, ook omdat de Noorse politie onze telefoon had gehouden en we dus alle contact met familie en vrienden kwijt waren. We leefden een paar dagen op straat in Boedapest en besloten dan om onszelf naar Oostenrijk te smokkelen. Ons allerlaatste geld ging naar treintickets. Gelukkig controleerde de politie alleen een zwarte man en niet ons gezin. Nadat we daar asiel aanvroegen, kwamen we in een containerkamp terecht. Ik verdiende een beetje geld door in de keuken te werken en te tolken voor de dokters. Ik spreek Koerdisch, Arabisch, Turks, Engels en omdat we in het Noorse kamp met Tsjetsjenen samengewoond hadden ook een beetje Russisch. Na vier maanden werden we terug naar Hongarije gestuurd. Mijn broer en zus haalden triest hun Duitse schoolboeken uit hun tas, om hun kleren in te pakken.

In Hongarije was de sfeer nog grimmiger nu er verkiezingen aan kwamen. We werden weer gearresteerd en naar een kamp gestuurd, maar al na een paar dagen vrijgelaten. In Boedapest leefden we een tijdje op straat voor we met de hulp van een ngo een appartement huurden. Mijn broer en zus gingen naar school, mijn vader en ik werkten en ik deed vrijwilligerswerk voor ngo’s tot Orban een wet stemde waardoor ngo’s niet langer vluchtelingen mochten helpen. Op een dag kwam mijn zus huilend thuis. Overal hingen posters: Stop refugees. Mijn broer werd in elkaar getimmerd door een groep jongens, die meteen weer vrijgelaten werden. De politie zei dat ze onze klacht niet terugvonden en die kerels daagden mijn broer meteen weer uit. Ik kwam de Afghaanse man die me in het kamp had aangevallen op straat tegen en toen hij ontdekte waar ik woonde, kwam hij in onze buurt rondhangen. Voor mij was de maat vol. De onveiligheid en het gevoel van onzekerheid werden me te veel, ik besliste dat we met z’n allen naar België zouden gaan. Na een eerste interview kwamen we in het Klein Kasteeltje terecht. Natuurlijk was dat verre van perfect. Met vijf in een kamer, overal muizen. Maar we voelden ons voor het eerst sinds lang veilig.

Gebonk op de deur

Ik vind Brussel heerlijk. Zo veel schitterende historische plekken om te bezoeken zonder te moeten betalen. Ik kreeg er zelfs een bibliotheekkaart. Overal waar we tot nu toe in Europa geweest zijn, kon dat niet, omdat ik vluchteling was. Voor mij voelt het als een bewijs dat ik een gewoon mens ben, iemand die wil lezen en studeren. Onze asielaanvraag loopt, we kregen een sociale woning in de buurt van Aarschot, mijn broer en zus gaan naar school, ik doe vrijwilligerswerk voor twee organisaties en volg Nederlandse en Franse les om mijn diploma middelbare school te halen voor de Centrale Examencommissie. Het enige wat ik niet van me af kan schudden, is de angst om teruggestuurd te worden naar Hongarije. In het Klein Kasteeltje bonkte er op een nacht iemand op onze deur. Ik begon te huilen en beefde over mijn hele lichaam. Het bleek een kleuter die de weg naar zijn kamer niet terugvond, maar ik was doodsbang. We zijn alles kwijtgeraakt. Ons huis in Kobani is in brand gestoken door IS, mijn broer en zus hebben geen kindertijd gehad, ik heb geen school gelopen. Maar ik ben blij dat ik hier ben. Jullie mogen trots zijn op België, hier krijgen we voor het eerst echt hulp. Hier worden we gezien als mensen in nood. Niet iedereen is vriendelijk. Er zijn mensen die zeggen dat we naar hier komen voor het geld. Ik begrijp dat niet goed. Ik ben gevlucht omdat ik in gevaar was, maar ik wil geen aalmoezen. Ik wil studeren, werken, mensen helpen. En vooral veilig zijn

Project in samenwerking met :